-
Stoornissen in evenwicht, spierkracht, gang en/of mobiliteit: Deze factoren beïnvloeden de posturale controle die nodig is voor dagelijkse bewegingen. Een oefenprogramma onder begeleiding van een zorgverlener kan helpen, zowel individueel als in groepsverband.
-
Cognitieve stoornissen: Dementie, delirium en depressie verhogen het valrisico. Behandeling van deze stoornissen is belangrijk, maar niet altijd mogelijk. Valpreventiestrategieën moeten worden aangepast aan ouderen met cognitieve stoornissen.
-
Verminderd zicht: Regelmatige oogcontroles, gebruik van aangepaste brillen en aanpassingen aan de omgeving kunnen het risico verminderen.
-
Een te lage bloeddruk of een plotse daling van de bloeddruk bij het rechtkomen (orthostatische hypotensie): Bespreek duizeligheid met de huisarts, vermijd snelle veranderingen in lichaamspositie en neem voldoende vocht en zout in.
-
Valangst: Oefenprogramma's en activiteiten zoals Tai Chi kunnen de angst verminderen, maar langdurige effecten zijn niet altijd bewezen.
-
Pijn: Behandeling van pijnklachten, inclusief voetproblemen, kan het valrisico verminderen.
-
Urine-incontinentie: Behandeling van onderliggende factoren zoals urineweginfecties en gebruik van een toiletstoel kunnen helpen.
-
Laag vitamine D-gehalte: Supplementen worden aanbevolen voor kwetsbare ouderen en ouderen met een tekort.
-
Risicogedrag: Risicovol gedrag bij dagelijkse activiteiten verhoogt het valrisico.
-
Hoge leeftijd: Met het ouder worden neemt het valrisico toe vanwege fysieke achteruitgang en multimorbiditeit.
-
Valgeschiedenis: Ouderen die eerder zijn gevallen, hebben een hoger risico om opnieuw te vallen.
-
Medicatie: Bespreek medicatiegebruik met de huisarts om het risico op vallen te verminderen.
-
Onveilige omgeving: Verwijder obstakels en maak de omgeving veiliger, bijvoorbeeld door goede verlichting en stevige handgrepen.
-
Onaangepast schoeisel: Draag schoenen met een stevige, platte zool en vermijd hoge hakken.
-
Ondergewicht (lage BMI): Een lage BMI kan het valrisico verhogen vanwege afname van spierkracht en osteoporose.
-
Slaapstoornissen: Behandel onderliggende oorzaken van slaapstoornissen om het risico op vallen te verminderen.
-
Osteoporose: Lage botdichtheid verhoogt het risico op valfracturen.
-
Alcohol: Beperk alcoholgebruik vanwege mogelijke negatieve effecten op cognitie en balans, hoewel het niet als prominente risicofactor wordt beschouwd volgens de richtlijnen.
Het identificeren en aanpakken van deze risicofactoren kan het valrisico bij ouderen significant verminderen.