Paniekaanvallen: Do's en Don'ts bij het helpen van anderen
Wanneer iemand een paniekaanval heeft, kan dit zowel voor de persoon zelf als voor omstanders een beangstigende ervaring zijn. Het is essentieel om kalm te blijven en enkele belangrijke do's en don'ts in acht te nemen om de situatie samen onder controle te krijgen.
Symptomen herkennen
Een paniekaanval komt plotseling op en gaat gepaard met intense angst die binnen enkele minuten een hoogtepunt bereikt. Enkele veelvoorkomende symptomen zijn hartkloppingen, misselijkheid, trillen, zweten, ademnood, pijn aan de borst, duizeligheid en maagklachten. Mensen die een paniekaanval ervaren, kunnen denken dat ze een hartaanval krijgen, gek worden of zelfs zullen sterven. Het is belangrijk om de symptomen te herkennen en te weten hoe te handelen.
Do's bij het helpen
-
Blijf kalm: Het is cruciaal om zelf rustig te blijven. Door kalm te blijven, help je de situatie niet te verergeren.
-
Toon begrip: Toon begrip voor de angst van de persoon, zelfs als deze overdreven lijkt. Vraag hoe je kunt helpen en moedig de persoon aan om na te denken over eerdere aanvallen en hoe ze daarvan herstelden.
-
Creëer ruimte: Zorg dat de persoon genoeg ruimte heeft. Stel voor om naar een rustige plek te gaan en te zitten in een comfortabele stoel. Moedig trager en dieper ademhalen aan.
-
Bied afleiding: Praat op een vriendelijke en positieve toon om de persoon af te leiden van de symptomen. Simpele rekenoefeningen kunnen helpen om de focus te verleggen.
Don'ts bij het helpen
-
Gebruik geen bagatelliserende taal: Vermijd frasen als "blijf kalm" of "probeer te ontspannen." Bagatelliseer de angst niet, want die is voor de persoon zeer reëel.
-
Stel geen veelvoudige vragen: Stel niet te veel vragen en houd het eenvoudig met korte vragen. Bevestig geen negatieve opmerkingen.
-
Laat de persoon niet alleen: Blijf bij de persoon tot hij of zij erbovenop is. Als de persoon erop staat om alleen te zijn, houd dan toch vanop afstand een oogje in het zeil tot de aanval voorbij is.
Na de paniekaanval
-
Praten over het gebeurde: Praat na de paniekaanval over wat er is gebeurd en hoe nieuwe paniekaanvallen kunnen worden voorkomen. Moedig aan om het probleem niet weg te moffelen.
-
Steun en professionele hulp: Ondersteun de persoon om de confrontatie aan te gaan met het probleem en overweeg professionele hulp te zoeken om ermee om te gaan.
Door deze richtlijnen te volgen, kun je helpen om een paniekaanval samen onder controle te krijgen en de persoon te ondersteunen bij het omgaan met angst en stress.