Gekleurde belevingshandtas
Belevingshandtas, wasbaar, blauw/geel of zwart/wit.
Over de gedachten en gevoelens achter de symptomen kunnen de personen met dementie zelf niet meer communiceren. Althans niet met woorden. Toch valt er veel te leren uit hun non-verbale communicatie (lichaamstaal).
Als gevolg van de geheugenproblemen wordt het voor de persoon met dementie steeds moeilijker om zich een beeld te vormen van de werkelijkheid. Voor de beleving van het hier en nu valt hij steeds meer terug op oude herinneringen. Heden en verleden lopen steeds meer door elkaar.
In deze fase leven personen met dementie meer en meer in hun eigen wereld, waarin hun enige houvast de belevenissen, gedachten en gevoelens van vroeger zijn. Het komt dan ook voor dat bepaalde familieleden en mantelzorgers vinden dat de persoon met dementie ongewoon of vreemd handelt en de omgeving juist. Voor de persoon met dementie daarentegen is hij correct en de omgeving afwijkend.
Enkele voorbeelden:
• De persoon met dementie moet dringend naar huis, omdat de kinderen thuis gaan komen.
• De persoon met dementie wil naar het werk, omdat het ochtend is op een werkdag.
• De persoon met dementie houdt een pop voor een echte baby.
Samen met dat alles zijn er de bijhorende emoties van toen. Ook pijnlijke ervaringen van lang geleden kunnen opnieuw naar boven komen. Onverwerkte pijn of verlies kan opnieuw in alle hevigheid ervaren worden, vaak uitgelokt door een concreet voorval in het hier en nu.
Ten slotte moet er nog eens gewezen worden op de grote, wellicht zelfs toegenomen gevoeligheid. Personen met dementie beseffen wie voor hen zorgt. Ze voelen bij wie ze veilig zijn, al vergeten ze je naam en weten ze niet meer dat je partner of zoon of dochter bent. Dat een vertrouwde persoon aanwezig is, geeft hen rust.
Anderzijds laten ze zich soms makkelijker verzorgen door derden. Misschien krijgen andere personen ook meer gedaan van de persoon met dementie. Probeer dat eerder als een kans dan als een afwijzing te zien.
In deze fase hebben personen met dementie hulp en toezicht nodig, zowel thuis als daarbuiten. Bij de activiteiten van het dagelijkse leven zijn ze steeds meer aangewezen op hulp. In hun wereld van vroeger - die volgens hun hersenen dus ook de wereld van nu is - zijn zij jong en sterk of alleszins valide en niet hulpbehoevend. Vandaar ook vaak hun verzet tegen bijvoorbeeld hygiënische zorg, met uitspraken als: ”Ik ben al gewassen” en “Mijn ondergoed is nog proper”.
Toch hoeft het niet allemaal negatief te zijn. Je kan je niet van de indruk ontdoen dat personen met dementie zich soms heel goed voelen in hun wereld. Het is dan beter hen daar zo weinig mogelijk in te storen en bijvoorbeeld wat slordige kleding door de vingers te zien.